Bereidingswijze:
1. Deeg maken:
Meng in een grote kom de lauwe melk, gist en suiker. Laat 5–10 minuten staan tot het begint te schuimen.
Voeg olie, vanille en het snufje zout toe.
Voeg beetje bij beetje de bloem toe en kneed tot je een soepel deeg hebt (ongeveer 8–10 minuten kneden).
Voeg op het einde de eetlepel boter toe en kneed die er goed doorheen.
Verdeel het deeg in twee gelijke delen. Kneed door één deel de cacaopoeder (eventueel met een theelepel melk als het te droog wordt).
Laat beide delen afgedekt 1 uur rijzen op een warme plek, tot het deeg verdubbeld is.
2. Vormen:
Rol beide deegdelen uit tot rechthoeken van gelijke grootte.
Leg de cacaodeeglap op de vanilledeeglap.
Bestrijk de bovenkant met hazelnootcrème.
Rol op als een strakke rol (zoals bij een kaneelbrood).
Snijd eventueel doormidden en vlecht de twee strengen, of laat hem heel voor een rolvorm.
3. Rijzen & bakken:
Leg in een ingevette cake- of broodvorm.
Laat nog eens 30–40 minuten narijzen.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Bak 25–30 minuten, tot goudbruin en gaar.
Optioneel: bestrijk na het bakken met wat gesmolten boter voor een glanzende, zachte korst.
