Bereiding
1. Korstdeeg maken:
-
Meng bloem, suiker en snufje zout.
-
Voeg koude boter toe en wrijf tussen je vingers tot het mengsel op broodkruim lijkt.
-
Voeg het ei toe (en citroenrasp indien gewenst). Kneed kort tot een samenhangend deeg.
-
Wikkel in plasticfolie en laat minstens 30 min rusten in de koelkast.
2. Vulling maken:
-
Klop de zachte boter met suiker luchtig.
-
Voeg eieren één voor één toe, goed mengen.
-
Meng amandelmeel, vanille en eventueel amaretto erdoor. Je krijgt een gladde, smeuïge vulling.
3. Taart samenstellen:
-
Verwarm de oven voor op 180°C (boven- en onderwarmte).
-
Rol het deeg uit (ca. 3 mm dik) en bekleed een ingevette taartvorm (22–24 cm).
-
Prik de bodem in met een vork. Giet de amandelvulling erin en strijk glad.
-
Bestrooi met geschaafde amandelen als topping.
4. Bakken:
-
Bak 35–40 minuten tot goudbruin en stevig.
-
Laat afkoelen en bestrijk eventueel met verwarmde abrikozenconfituur voor een mooie glans.