Bereidingswijze:
Meng de droge ingrediënten:
Doe de bloem, bakpoeder, bicarbonaat, suiker en zout in een grote kom.
Voeg de boter toe:
Voeg de koude boterblokjes toe. Gebruik je vingers of een mixer om het mengsel te kneden (je zou een kruimelige consistentie moeten krijgen).
Giet de melk (of karnemelk) erbij:
Voeg beetje bij beetje toe en meng tot het deeg glad en zacht is, maar niet plakkerig. Kneed het niet te veel!
De koekjes vormen:
Rol het deeg uit op een met bloem bestoven oppervlak tot ongeveer 2 cm dik. Steek de koekjes uit met een glas of een deegvorm.
Bakken:
Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze 12-15 minuten in een voorverwarmde oven op 200 °C, tot ze goed gerezen en goudbruin zijn.