Voorbereiding:
1. Meng de droge ingrediënten
Meng de bloem, het zout en de droge gist in een grote kom. Meng alles goed door elkaar met een lepel of vork, zodat de ingrediënten gelijkmatig verdeeld zijn.
2. Voeg hete vloeistoffen toe
Doe het hete water en de warme melk in een maatbeker of een klein kommetje. Meng de vloeistoffen goed, zodat de temperatuur gelijkmatig verdeeld wordt. Giet het water-melkmengsel geleidelijk bij de kom met de droge ingrediënten en meng het geheel met een lepel of spatel.
3. Voeg de olie toe en kneed
Voeg de olijfolie toe aan het deeg in de kom. Begin met kneden met je handen in de kom en verzamel alle ingrediënten totdat er een grof deeg ontstaat. Leg het deeg op een licht met bloem bestoven werkvlak en kneed het nog ongeveer 10 minuten. Bewerk het deeg met krachtige bewegingen, vouw en rek het totdat er een glad, elastisch en homogeen deeg ontstaat.
4. Eerste rijs
Vet een schone kom licht in met een beetje olijfolie. Vorm het deeg tot een bal en leg deze in de ingevette kom. Bevochtig het oppervlak van het deeg lichtjes met nog wat olie om te voorkomen dat het uitdroogt. Dek de kom af met huishoudfolie en laat het deeg op een warme, tochtvrije plek ongeveer 1 uur rijzen, of totdat het in volume is verdubbeld.
5. Vorm en bak de focaccia’s
Zodra de rijstijd verstreken is, legt u het gerezen deeg op een licht met bloem bestoven oppervlak. Verdeel het deeg in 6 gelijke porties. Vorm elk portie tot balletjes. Rol elk balletje met een deegroller uit tot een schijf van ongeveer 1 cm dik. Verhit een koekenpan met antiaanbaklaag op middelhoog vuur. Bak elk platbroodje ongeveer 5-6 minuten per kant in de hete pan, of tot het bol en goudbruin is. Het kan nodig zijn om ze een aantal keer om te draaien, zodat ze gelijkmatig gaar worden.
6. Op smaak brengen en serveren
Zodra de focaccia’s gaar zijn, bestrijk je ze meteen met een beetje olijfolie. Bestrooi het oppervlak met fijngehakte peterselie en eventueel chilivlokken. Serveer de focaccia’s warm en geurig. Eet smakelijk!
