Bereidingswijze
1. Maak de karamel:
Smelt de suiker in een kleine steelpan op middelhoog vuur tot deze lichtbruin wordt.
Voeg voorzichtig het hete water toe (pas op dat je niet spettert!) en roer tot de karamel glad en amberkleurig is.
Giet de karamel direct in een bakvorm (bij voorkeur 26-28 cm doorsnede of rechthoekig) en bekleed de bodem.
2. Voeg de bananen toe:
Schik de bananenplakjes netjes op de hete karamel.
3. Maak het beslag:
Klop in een grote kom de boter en suiker romig.
Voeg de eieren één voor één toe.
Giet de melk erbij en meng goed.
Zeef de bloem, het bakpoeder en een snufje zout erdoor tot een glad mengsel.
4. Bak de cake:
Giet het beslag over de bananen in de vorm.
Bak de cake in een voorverwarmde oven op 180 °C gedurende ongeveer 45-55 minuten, totdat een satéprikker er schoon uitkomt.
5. Uit de vorm halen:
Laat de cake 10-15 minuten rusten en stort hem dan voorzichtig op een serveerschaal terwijl hij nog warm is (zodat de karamel niet stolt).
