Bereiding
1. De paprika’s bakken
Verwarm de oven voor op 220 °C (of hetelucht op 200 °C). Spoel de paprika’s grondig af onder koud stromend water. Leg ze in hun geheel op een met bakpapier beklede bakplaat. Rooster ze ongeveer 35-40 minuten en draai ze elke 10 minuten om, tot de schil volledig zwartgeblakerd en licht gerimpeld is.
2. Rusten en pellen
Doe de paprika’s, als ze nog heet zijn, in een papieren zak of een kom afgedekt met plasticfolie. Laat ze ongeveer 15-20 minuten rusten: de stoom die binnenin ontstaat, helpt de schil los te maken. Verwijder, zodra ze lauw zijn, voorzichtig de schil, zaadlijsten en steel.
3. Snijden en kruiden
Snijd de paprika’s in dunne reepjes (ongeveer 1 cm breed) en doe ze in een grote kom. Voeg het fijngehakte teentje knoflook, de gehalveerde zwarte olijven, een snufje zout, een flinke scheut extra vierge olijfolie en, indien gewenst, een theelepel wittewijnazijn toe om de smaak te versterken. Schep voorzichtig om.
4. Laat rusten om de smaken te laten intrekken
Dek de kom af met plasticfolie en laat de paprika’s minstens 1 uur rusten op kamertemperatuur of in de koelkast. Dit zorgt ervoor dat de smaken beter samensmelten. Voeg vlak voor het serveren de gehakte verse peterselie toe.
—
Tips
Je kunt de geroosterde paprika’s de dag ervoor al klaarmaken; ze smaken nog lekkerder na een nacht in de koelkast.
Ze zijn heerlijk op geroosterd brood als voorgerecht, of bij gegrild vlees of vis.
Als je de voorkeur geeft aan een knoflookvrije versie, vervang deze dan
door een snufje gedroogde chilipeper of gerookte paprika.